
in de kroeg

prof.dr. Tinde van Andel
In het binnenland van Suriname wordt rijst verbouwd door de Marrons, de nakomelingen van tot slaaf gemaakten die afkomstig waren uit West-Afrika. Sommigen van hen vluchtten van plantages naar het binnenland. Volgens volksverhalen in Suriname zouden vrouwen rijstkorrels in hun haar hebben gevlochten en zo van de plantages hebben gesmokkeld. Welke bron van waarheid zit er in deze verhalen? Professor dr Tinde van Andel, als etnobotanicus verbonden aan Naturalis in Leiden en bijzonder hoogleraar aan de universiteiten in Leiden en Wageningen, doet onderzoek naar deze vraag: van volksverhaal naar wetenschap. Daarvoor combineert haar onderzoeksteam antropologie, archiefonderzoek, plantkunde en microbiologie. Een van de binnenlandse rijstsoorten in Suriname is de Sapalirijst. Die is volgens verhalen rond 1730 in het binnenland van Suriname aangekomen. Het blijkt inderdaad mogelijk om rijst in het haar in te vlechten en mee te nemen over grote afstanden. Een mooie demonstratie is hier te vinden: https://www.facebook.com/watch/?v=926357181502046. Nicolaas Pinas, zelf afkomstig uit de Marrongemeenschap en promovendus bij van Andel heeft boerinnen geïnterviewd om te leren over traditionele rijstvariëteiten in het binnenland van Suriname. Uiteindelijk zijn er wel 40 variëteiten gevonden.
Uit brieven die in archieven zijn gevonden en recent zijn getranscribeerd blijkt dat rijst al ver vóór 1730 in Suriname aanwezig was. Er is bijvoorbeeld een brief uit 1686 van de Surinaamse gouverneur Van Aerssen van Sommelsdijk, die melding maakt van witte en zwarte rijst en ook spreekt over zogenaamde “roode rijst”. Ook in een brief uit 1668 van Abraham Crijnssen, toen Nederland Suriname van de Engelsen overnam, staat dat er rijst en bonen werden verbouwd. Die moesten er dus al vóór 1668 geweest zijn. Dat staat haaks op de opvatting van antropologiegoeroe Richard Price die stelt – zonder enig bewijs, aldus Van Sndel - dat er pas sinds 1730 rijst was in Suriname.
Promovendus Marieke van Loosdrecht deed vervolgens DNA-onderzoek aan de vele variëteiten rijst die mede door Nicolaas Pinas zijn verzameld. Rijst kent slechts twee rassen: Aziatische en Afrikaanse rijst. Die kennen wel elk veel variëteiten. Veel van de varianten van de Marronrijst bleken Aziatische rijst te zijn, maar wel in Suriname gekomen via Afrika. Daarnaast bleken er ook variëteiten voor te komen die rechtstreeks afkomstig waren uit Maleisië en Laos, dus Zuidoost-Azië.
De volksverhalen blijken dus te kloppen. De ‘reis van de rijst’ kon helemaal uitgeplozen worden via onderzoek van volksverhalen, historisch onderzoek en moderne op DNA gebaseerde methoden. De Marronrijst wordt ook nu nog verbouwd in Suriname en wordt ook opgeslagen in de grote internationale zadenkluis op Spitsbergen. Ook in Suriname zelf is een gemeenschapszadenbank gesticht om deze oude rassen te behouden.
De eerste vraag na de pauze was of de Marronrijst ook nu nog wordt gegeten. Dat is inderdaad het geval. De opbrengst van marronrijst is ongeveer 2000 kg per hectare; onder perfecte omstandigheden zou dit 6000 kg per hectare kunnen zijn. Bij recente veldstudies bleek dat de oude rijstsoorten het vergeleken met moderne cultivars heel goed doen in het binnenland van Suriname. Deze variëteiten zijn prima bestand tegen de lokale klimaatomstandigheden, waar ze op droge gronden worden geteeld. Sterker nog, de verbouw van deze soorten kan zonder het water en het overmatige gebruik van bestrijdingsmiddelen dat de commerciële rijstteelt overal ter wereld nodig heeft. Hij is dus veel duurzamer.
Van Andel was op het pad van de reis van rijst gekomen door een oude kist afkomstig van het landbouwproefstation van de Wageningen Universiteit in Suriname die ze op de zolders van Naturalis had gevonden. In die kist bleek rijst te zitten afkomstig uit Java. Deze rijst was meer dan 100 jaar oud, maar veel jonger dan de oude Marronvariëteiten die ze daarna bestudeerde.
Van Andel beschreef ook levendig de soms heftige discussies tussen onderzoekers in haar vakgebied. Haar bevindingen dat er in Suriname al rijst aanwezig was ver vóór 1730 werd zoals al aangestipt heftig bestreden door Richard Price en consorten, die als autoriteit gezien worden op het gebied van de Marronsamenleving. Het voelde voor haar heel fijn dat ze er uiteindelijk toch in slaagde om het overtuigende bewijs te vinden dat rijst al veel langer in Suriname is, en de uitkomsten ondanks tegenwerking toch in vakbladen gepubliceerd te krijgen. De wetenschap is soms helemaal geen leuke wereld.
Anne Dijkstra leidde de discussie, Dubio zorgde voor de livemuziek.
Tekst Ynte Schukken, fotografie Huub Eggen.
« bekijk ook de aankondiging van deze avond
« terug naar overzicht terugblikken 2025