in de kroeg
dr. Rob van den Berg
Spreker Rob van den Berg, natuurkundige van huis uit, werkt als chemicus bij een bedrijf maar raakte tijdens zijn studie geïnteresseerd in de geschiedenis van de wetenschap, en met name de scheikunde. Hij verdiepte zich in Jacobus Henricus (Henri) van ‘t Hoff, de eerste Nederlandse winnaar van een Nobelprijs en tevens de allereerste winnaar van de Nobelprijs voor de Scheikunde. Zijn belangstelling voor deze betrekkelijk onbekende grote Nederlander werd een uit de hand lopende hobby die resulteerde in onbezoldigde aanstelling bij de Universiteit Leiden, waar hij in 2021 promoveerde op de biografie van Van ’t Hoff, met als titel “Een gedreven buitenstaander”. Vooraf was Van den Berg enigszins bezorgd of zijn verhaal wel voldoende belangstelling zou trekken. Die zorg bleek onterecht. De zaal was goed gevuld en het werd ondanks het koude weer buiten een hartverwarmende avond.
Van ’t Hoff werd in 1852 geboren in Rotterdam, in een gezin van een lokaal bekende huisarts. Na de HBS ging hij studeren in Delft en deed een kandidaats wiskunde in Leiden. Zijn interesse was echter vooral de chemie. Hij toonde zich avontuurlijk ingesteld en ging chemie studeren in Bonn en Parijs. Hij rondde zijn studie af in Utrecht in 1873 en promoveerde daar een jaar later. Als student toonde hij nadrukkelijk zijn eigenzinnigheid door in eigen beheer een kort geschrift te publiceren over de ruimtelijke structuur van een moleculen, toen een revolutionair idee. Tot die tijd werden moleculen altijd tweedimensionaal beschouwd, maar volgens Van’t Hoff moesten ze driedimensionaal zijn. Tegenwoordig heet dit stereochemie. Zo kon hij verklaren waarom er bijvoorbeeld links- en rechtsdraaiend melkzuur bestaat: moleculen identiek in elementen, maar niet identiek in eigenschappen. Zijn pamflet kreeg weinig aandacht, reden waarom hij het in het Duits en het Frans liet vertalen. Dat waren in zijn tijd de talen waarin de internationale wetenschap correspondeerde.
Van ’t Hoff kwam na zijn promotie moeilijk aan de bak. Zijn eerste baan was docent aan de Veeartsenijschool [tegenwoordig de faculteit diergeneeskunde] van de universiteit in Utrecht. Zijn pamflet had de aandacht getrokken van de bekende en invloedrijke Duitse hoogleraar Hermann Kolbe, die Van ’t Hoffs ideeën over stereochemie weinig subtiel afkraakte: “Hij vindt het comfortabel om Pegasus te bestijgen [een sneer naar positie aan de veeartsenijschool] en te verkondigen hoe aan hem, vanaf de met koene vlucht beklommen chemische Parnassus, de atomen in de ruimte opeengestapeld zijn”. Na enige tijd kreeg Van ‘t Hoff een aanstelling aan de gemeentelijke universiteit van Amsterdam, waar hij als docent enorm gewaardeerd werd. Door zijn baanbrekende boek ‘Etudes de dynamique chimique’, legt hij de basis voor het vakgebied van de fysische chemie, ‘de chemische dynamica’. Zijn bekendheid groeide, hij kreeg een aanbieding uit Leipzig, Amsterdam wilde hem niet laten gaan en bood hem een eigen laboratorium aan, dat in 1891 geopend werd. De ambitieuze Van ’t Hoff wilde na verloop van tijd meer middelen voor zijn onderzoek dan Amsterdam en Nederland hem konden bieden. In een wat negatieve sfeer vertrok hij in 1895 alsnog naar Leipzig. Hij kreeg er een eigen laboratorium, met vooral veel aandacht voor praktische toepassingen, gefinancierd door de zoutindustrie. Zijn werk werd zeer gewaardeerd, inclusief in 1901 de allereerste Nobelprijs voor de scheikunde. In 1908 hield hij op met zijn onderzoek aan zout. In 1911 overleed hij aan tuberculose, 58 jaar oud. In Nederland wilde men een monument voor hem oprichten, maar Amsterdam weigerde medewerking. Het monument kwam er, vele jaren later, en staat in Rotterdam.
Na de pauze wilde een bezoeker weten waarom Kolbe zo negatief over Van t Hoff was. Van den Berg weet het niet zeker, maar hij vermoedt dat afgunst een rol speelde. Een volgende vragensteller wilde weten hoe Van ’t Hoff zijn theorie van de ruimtelijke moleculen kon bewijzen. Dat kon hij nauwelijks, stelde Van den Berg, maar de theorie verklaarde wel heel elegant bestaande waarnemingen, bijvoorbeeld aan melkzuur. Pas met de komst van de quantummechanica kon die ruimtelijke structuur echt fysiek bewezen worden. Van ’t Hoff had dus gelijk en Kolbe niet. Waarom noemde Rob van den Berg hen een buitenstaander? Van ’t Hoff was niet echt van het samenwerken en ging meestal zijn eigen gang; hij was sociaal ook wel wat vreemd. Bovendien manifesteerde hij zich ook als dichter en een filosoof, wat hem bij zijn ‘exacte’ collega’s tot die buitenstaander maakte. Tenslotte kwam de vraag hoe in Nederland op zijn Nobelprijs werd gereageerd. “Niet,” aldus Van den Berg, die wel aangaf dat de prijs toen nog geen enkele status had.
Ilse Roelofs leidde de discussie en Martin van de Vrugt zorgde voor de muziek.
Tekst Ynte Schukken en Huub Eggen, fotografie Huub Eggen.
« bekijk ook de aankondiging van deze avond
« terug naar overzicht terugblikken 2024