in de kroeg
Sjaak de Wit
Vogelgriep of vogelinfluzenza was in het najaar van 2022 weer volop in het nieuws. Het ging voor de zoveelste keer rond in Nederland, onder pluimvee en in toenemende mate onder wilde vogels. De enige manier om het bij pluimveebedrijven de kop in te drukken is alle vogels op die bedrijven te doden. In het gebruikelijke verhullende taalgebruik heet dat ruimen. Kan dat niet anders? Daar kwam prof.dr. Sjaak de Wit, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, onderzoeker bij Royal GD in Deventer en internationaal vogelgriepexpert, over vertellen.
Hij begon met een kort college over influenza- of griepvirussen in het algemeen en vogelgriepvirussen in het bijzonder. Er zijn heel veel verschillende soorten influenzavirussen. Bij vrijwel alle diersoorten komen deze virussen voor, inclusief de mens. Veel van die virussen zien we vooral bij de ‘eigen’ diersoort, maar oversteken naar een andere diersoort komt wel voor. Dat gebeurt bijvoorbeeld van mens naar varken of van kip naar mens, maar het zijn uitzonderingen. Verspreiding binnen eenzelfde diersoort gaat gemakkelijk. De jaarlijkse griepgolf bij mensen laat dat zien. Ook onder vogels verspreidt het virus zich zonder veel moeite. Overspringen van vogels naar mensen kan wel, maar is heel lastig. Vogels hebben een ander soort cellen dan mensen, een hogere lichaamstemperatuur en ook een ander afweersysteem. Virussen uit vogels moeten zich sterk aanpassen om in mensen te kunnen overleven, en dat lukt dus gelukkig voor ons heel slecht.
Vogelinfluenza kent twee varianten: de laagpathogene vorm, waar vogels alleen een darminfectie van krijgen, en de hoogpathogene vorm, waarbij alle cellen in het lichaam worden aangetast. Hoenderachtigen zijn erg bevattelijk voor deze tweede variant die voor hen altijd binnen 24 uur dodelijk is. In Nederland wordt uitermate snel gereageerd op ziektegevallen bij een pluimveebedrijf. Binnen twaalf uur is bekend om welk virus het gaat en indien nodig is het bedrijf binnen een etmaal geruimd.
Tot 1996 ging alleen de laagpathogene variant algemeen rond en was de hoogpathogene een zeldzame mutatie, die maar af en toe kortstondig toesloeg. Sindsdien is er een hoogpathogene variant ontstaan die ook de hele tijd rondgaat. Daardoor zijn er veel vaker uitbraken en duren ze ook langer. Deze variant heeft zich inmiddels over bijna de hele wereld verspreid. Het gevolg is dat wilde vogels het virus verder verspreiden en een bron van uitbraken zijn geworden.
Er is veel onderzoek gedaan naar hoe het virus zich verspreidt. Dat gebeurt via aerosolen, ontlasting en veren. Ontlasting en veren zitten stampvol met virussen. In veren overleeft het virus tot wel een jaar of langer. Eén besmet veertje is voldoende om een bedrijf te besmetten. Pluimvee loopt het virus op door direct onderling contact of door contact met materiaal waar virus in zit en dat hun onderkomen binnenkomt: door uitwerpselen van besmette wilde vogels, onder de voetzolen van mensen die er werken, door muizen of andere kleine dieren, en door aerosolen via de luchtcirculatie. Er zijn tegen deze contacten allerlei maatregelen te bedenken maar in de praktijk zijn die onhandig of onhaalbaar. Vandaar dat De Wit en collega’s kijken naar vaccins. Die zijn er al wel, maar mogen om economische redenen binnen de Europese Unie niet gebruikt worden. Vaccins die specifiek ingrijpen op één bepaald eiwit, het HaH5, blijken volgens onderzoek uitstekend te werken. Ze zouden al in het ei kunnen worden ingespoten en bieden dan het pluimvee hun hele (korte) leven bescherming. Doordat het virus dan veel minder rondgaat, zal het uiteindelijk verzwakken of uitdoven. Een geluk bij een ongeluk is de ervaring die wij mensen met COVID hebben gehad. Daardoor kon De Wit de hele tijd parallellen trekken met het gedrag en bestrijden van virussen waar het publiek zich direct iets bij kon voorstellen.
In de discussie onder leiding van Almar Otten kwam direct aan de orde hoe het wilde vogels zal vergaan. Daar zal het virus uiteindelijk afzwakken omdat individuen die door toeval tegen het H5-virus bestand zijn overleven en die natuurlijke afweer doorgeven. Een andere vraag was wat er moet gebeuren om vaccinatie mogelijk te maken. De Europese wetgeving moet veranderd worden, de farmaceutische industrie moet de vaccins gaan maken en de handel in gevaccineerde dieren of voedingsmiddelen van dieren moet toegestaan worden. De Wit verwacht dat de nieuwste vaccins die nu worden getest uiteindelijk toegestaan zullen worden. Net als bij de mens veranderen de griepvirussen ook bij vogels voortdurend. De vaccins die worden ontwikkeld werken echter vele malen beter en breder dan de vaccins voor de mens. Het lijkt er dus op dat er voor langere tijd met één vaccin kan worden volstaan.
De live muziek werd verzorgd door het jazzduo Dubio. Dat was een primeur, want niet eerder werd er bij het Science Café jazz gespeeld.
Tekst Ynte Schukken & Huub Eggen, fotografie Huub Eggen.