in de kroeg
Halleh Ghorashi
Prof.dr. Halleh Ghorashi, oorspronkelijk als politiek vluchteling afkomstig uit Iran en nu hoogleraar diversiteit en integratie aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, doet al twintig jaar onderzoek naar ontwikkelingen in diversiteit en de discussie daarover. Ze noemt zichzelf een wetenschappelijk nomade. Ze begon haar loopbaan als antropoloog en een beetje als filosoof, promoveerde bij vrouwenstudies aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. ging daarna naar de vakgroep antropologie bij de VU en is nu hoogleraar binnen de faculteit sociologie. Ze was in Iran student tijdens de revolutie in 1978, maar vluchtte uiteindelijk in 1988 naar Nederland omdat de onderdrukking in het land te groot werd. Ze was bij aankomst hier een vrouwelijke vluchteling met een islamitisch achtergrond en werd als zielig en onderdrukt gezien. Zelf zag zij zich als een activistische vrouw met veel ambitie. Ze ervoer het als een ‘beeldschok’ en veel minder als een ‘cultuurschok’. Haar verhaal was zoveel anders dan het Nederlandse verhaal. Dat plantte het zaadje voor haar wetenschappelijke interesse: verhalen zijn net zo belangrijk als cijfers en statistieken.
Haar promotieonderzoek bestond uit het vergelijken van de verhalen van twintig Iraanse vluchtelingen die in de VS (een overlevingsmaatschappij) terechtkwamen met de verhalen van evenzovele vluchtelingen uit Iran die in Nederland (een verzorgingsstaat) belandden. De conclusies zijn nog altijd relevant.
In de VS, van oudsher een immigratie- en een ieder-voor-zich-land, worden vluchtelingen meestal als overlevers en vechters gezien, die de wil hebben om te slagen. Nederland zag en ziet vluchtelingen vooral als zielige mensen die buiten de maatschappij staan en geholpen moeten worden. Dat heeft als gevolg dat die hulp nadruk legt op de achterstand van vluchtelingen, net zoals andere achterstandsgroepen in ons land ook vaak als zielig worden behandeld. Als die hulp niet werkt, moet er meer hulp komen. Dat versterkt het idee dat een vluchteling weinig mogelijkheden heeft in onze samenleving en het maakt blind voor talent en ambitie. Ghorashi noemt dat tandeloze diversiteit. De overheid heeft er wel de mond van vol, maar bevordert de diversiteit in de praktijk niet. Ghorashi wil dan ook naar de diversiteit met een bite uit de titel: zoek als overheid en organisaties naar (verborgen) talenten en kijk niet zo naar de aanwezige tekorten in de gelijkheid van iedereen. Kijk naar wat mensen wel kunnen, stimuleer en ondersteun dat, bedenk beleid in samenspraak met vluchtelingen en regeer niet over hun hoofden heen, gooi het roer om in organisaties. Échte diversiteit en inclusie, d.w.z. vluchtelingen – en mensen uit álle minderheidsgroepen – een plaats en rol in het systeem geven, is dan een verandering van de status quo: het ter discussie stellen van dominante beelden, de reflectie op de norm, en het leren aan twee kanten.
In de discussie na de pauze, voor het eerst onder leiding van moderator Ilse Roelofsen, werd het wat abstracte verhaal van de lezing veel concreter. Volwaardig opgenomen worden in de samenleving hangt van veel factoren af. Er is niet één standaard goed voorbeeld. Van land tot land zijn er grote verschillen, en het ene land doet het niet per se beter dan het andere. Er kwamen diverse praktische suggesties langs. Geef het goede voorbeeld, train invloedrijke personen in organisaties, bestook de media om van stereotype beelden af te komen, betrek leden van beoogde doelgroepen bij het maken van beleid, communiceer. Aan het eind van de avond kreeg Ghorashi nog een vraag over de opstand van de Iraanse bevolking en van de Iraanse vrouwen in het bijzonder. Ze hoopt dat de protesten tot verbeteringen zullen leiden, maar ze durfde er geen voorspelling aan te wagen.
De mooie live muziek werd verzorgd door oudgediende Martin van de Vrugt.
Tekst Ynte Schukken en Huub Eggen, fotografie Huub Eggen.