in de kroeg
pr.dr.ir. Rudy Rabbinge
Een bijzondere avond in het Science Café: een spreker in coronatijd met maximaal 30 mensen als bezoekers aanwezig. De zaal was uitverkocht en daarnaast volgden veel belangstellenden de avond via YouTube (Deze uitzending is nog steeds terug te kijken.)
Rabbinge begon met een toelichting op het begrip duurzaam. Hij maakte onderscheid tussen ‘duurzame ontwikkeling’, wat een dynamisch begrip is, en ‘duurzaamheid’, een statisch begrip. Het concept ‘duurzaam’ is gestart door Gro Brundtland met haar boek “Our common future” uit 1987. Dit boek wordt nu algemeen geaccepteerd als leidraad voor duurzame landbouw.
Belangrijke begrippen bij duurzame landbouw zijn voedselzekerheid, water, energie, natuurlijke hulpbronnen en biodiversiteit. Deze begrippen hebben geleid tot de zeventien millenniumdoelstellingen voor duurzame ontwikkeling die de Verenigde Naties hebben geformuleerd. Toch zijn de vijf genoemde begrippen wel in conflict met elkaar. Voedselzekerheid en biodiversiteit gaan niet altijd samen. Volgens Rabbinge kunnen de begrippen voedselzekerheid en biodiversiteit alleen allebei waar zijn bij een hoogproductieve landbouw met meer ruimte voor biodiversiteit. Dit strookt met de opvatting dat integratie van natuur en landbouw alleen kan door ze apart neer te zetten.
Kort schetste Rabbinge de agrarische ontwikkeling van jagen en vissen naar sedentaire landbouw met ploegen en stallen op een vaste locatie. Daarna volgden de groene en blauwe revolutie met revolutionaire verbeteringen van productiemethoden en opbrengsten. Deze revoluties hebben ertoe geleid dat er nu vrijwel geen sterfte onder mensen meer is door honger. Wel is er nog een voedseltekort. Ongeveer helft van de wereldbevolking woont nu in steden, in 2050 zal dat naar verwachting 70-80% van de wereldbevolking zijn. Die bevolking moet uiteraard wel gevoed worden, dat is de uitdaging voor duurzame voedselzekerheid. Tussen nu en 2050 zullen we de voedselproductie moeten verdubbelen, aldus Rabbinge.
Daarbij zijn zes megatrends te onderscheiden: toename in productiviteit, industriële productie, ketenbenadering, voedsel en gezondheid, bio-based produceren, en het dienen van meerdere doeleinden: voedsel én natuur.
De toename in productiviteit van zowel de landbouw als de veeteelt is in de afgelopen decennia enorm geweest, per eenheid oppervlakte in de landbouw of per hectare in de veehouderij. De ketenbenadering heeft geleid tot een verbetering in kwaliteit, logistiek en voedselveiligheid. Er is veel meer nadruk komen te liggen op voedsel en gezondheid; meer fruit, groente en vis in het dieet. De bio-based productie heeft geleid tot een steeds meer plantaardig dieet met een sterke nadruk op circulaire landbouw. Het stellen van meerdere doelen is ook steeds duidelijker geworden: aandacht voor biodiversiteit, en verminderde uitstoot van broeikasgassen, stikstof en fosfaat.
Volgens Rabbinge is de beste manier om aan al deze megatrends aandacht te kunnen geven een combinatie van hoogproductieve intensieve landbouw en daardoor en daarnaast veel ruimte voor natuur en biodiversiteit.
Tenslotte ging Rabbinge in op dogma’s, vooroordelen, mythen en taboes.
Een dogma is de biologische voedselproductie. Dit is een methode die veel oppervlakte vraagt, wel 60 keer zoveel als de landbouw die we nu gewend zijn. Biologische landbouw is daarom strijdig met milieu en biodiversiteit. Toch is er een maatschappelijke vraag naar dit type geproduceerd voedsel, en dat is op zich ook prima. Het is een taboe om kritisch te zijn op biologische productiemethoden.
Een mythe is dat hoge producties van rijst leiden tot een hogere emissie van methaan (wat een krachtig broeikasgas is). De realiteit laat zien dat dit niet zo is. Een hoge productie gebruikt juist veel methaan om te kunnen groeien en verlaagt het methaangehalte van de atmosfeer.
Een vooroordeel is dat planten in grond moeten groeien. De realiteit is dat planten in aquacultuur het veel beter doen en een veel hogere opbrengst laten zien.
Rabbinge sloot af met een aantal conclusies.
Met de ontwikkelingen in de wetenschap kunnen we duurzame voedselproductie tot werkelijkheid maken. Er is een win-win-win situatie aan het ontstaan waarbij voedselzekerheid en aandacht voor milieu en gezondheid gecombineerd kunnen worden. Voedselzekerheid en duurzame ontwikkeling is zeker mogelijk. Hoedt u daarom, aldus Rabbinge, voor de mythes, de dogma’s en de vooroordelen. Want die zijn uiteindelijk een gevaar voor voedselzekerheid en duurzaamheid.
Na de pauze was er zoals gebruikelijk onder leiding James van Lidth de Jeude discussie met de spreker op basis van vragen uit de zaal en online gestelde vragen.
De eerste vraag ging over kringlooplandbouw, moeten we dat propageren?
Volgens Rabbinge is dat een mooie gedachte, maar landbouw is niet een gesloten maar een open systeem. Zonlicht en water bijvoorbeeld komen er altijd in en voedselproducten gaan er altijd uit. Bij goede grond heb je dan weinig toevoeging nodig, bij slechte gronden juist veel en de efficiëntie is dan laag. Rabbinge vindt dat de overheid deze aspecten in haar visie op de kringlooplandbouw volledig veronachtzaamt. Dat staat volgens hem het optimale gebruik van goede gronden en minder gebruik van slechte gronden in de weg.
Er lijkt een sterke tegenstelling te zijn tussen intensieve landbouw en biologische landbouw. Kunnen we de kloof dichten tussen deze twee kampen, vroeg een bezoeker.
Rabbinge gaf aan dat de kloof afwezig is als je op een goede manier met elkaar spreekt. Hoogproductieve systemen hoeven niet slecht te zijn voor het milieu of voor dierenwelzijn. Schaal is niet de essentie. Biologische landbouw is een luxe voor de westerse wereld, en het is prima dat mensen hiervoor kiezen, maar het is geen oplossing voor wereldwijde duurzame voedselzekerheid.
Dit antwoord leidde tot een volgende vraag : moet ik nu wel of niet biologisch eten?
Rabbinge was hier duidelijk over, biologische productie is prima om voor te kiezen, maar het is niet efficiënt of goed voor het milieu.
Het was mooie avond met veel discussie, waarin niet iedereen het met de spreker eens was, en omlijst met prachtige muziek van Scott en Young. Door de aanscherping van de regels rond het coronavirus was het wel het laatste Science Café in 2020.
Tekst Ynte Schukken, fotografie Martijn Harleman en Huub Eggen.
« terug naar overzicht terugblikken