Lezing 20 01 Kunstalvleesklier

8 januari 2020

Robin Koops

De kunst-alvleesklier

van idee naar ideaal

Robin Koops begon zijn verhaal door zichzelf te introduceren. Robin is werktuigbouwkundige, opgeleid op de MTS en waarna hij begon als servicemonteur. Vervolgens ging hij zijn eigen machines bouwen, onder andere een worstmachine. Dit veranderde in 1995 toen bij hem suikerziekte werd geconstateerd. Dat begon met veel water drinken, het vaker moe zijn, en tenslotte het advies om eens bij de dokter langs te gaan. Daar bleek al snel dat hij diabetes had. Het was diabetes type I, vroeger jeugddiabetes genoemd. Het is de vorm van diabetes waarbij vrijwel geen insuline door het lichaam wordt gevormd en er meestal injecties nodig zijn.

Samen met twee vrienden, Rob en Joost, bouwde Robin een “kunstalvleesklier” en begon hij met experimenteren. Daarbij was een belangrijke innovatie om niet alleen met een insulinepomp te gaan werken maar ook met een glucagonpomp. Maar ook een tweetal sensoren, een activiteitsmeter en vooral veel slimme software maakten deel uit van de oplossing.
 
Robin vertelde over het verschil tussen zijn kunstalvleesklier en de bestaande sensoren en pompjes. Het is vooral de combinatie van de twee sensoren met de pompen voor zowel insuline als glucagon die zorgt voor een heel stabiele bloedsuikerspiegel: insuline zorgt ervoor dat het suikergehalte naar beneden wordt bijgesteld (bij een “hyper”) en glucagon zorgt ervoor dat het suikergehalte naar boven wordt bijgesteld (bij een “hypo”). De slimme software zorgt ervoor dat de twee pompen goed samenwerken. Door de ontwikkelig van de kunstalvleesklier is Robins bedrijf Inreda in 2019 verkozen tot ‘Nationaal Icoon”, en kreeg het de innovatieprijs van het ministerie van Economische Zaken.

Samen met onderzoekers van het Academisch Medisch Centrum van de UVA, Hans de Vries en Arianne van Bon, werden in 2006 de eerste studies met de kunstalvleesklier opgezet. Met de eerste goede resultaten zijn daarna met behulp van EU-onderzoeksgelden meer en grotere studies gedaan. In alle gevallen bleek de kunstalvleesklier een succes. De kunstalvleesklier is nu vrijwel klaar voor productie in grote aantallen: de ISO-accreditatie is afgerond, het CE-keurmerk voor markttoegang in Europa wordt in februari dit jaar verwacht en grote klinische studies zijn nu gaande. Inreda is bezig om de productiecapaciteit op te voeren tot ruim 9.000 stuks per jaar. 

Robin vertelde daarna over wat diabetes doet met mensen en wat een goede regulatie aan voordelen biedt. Met diabetes, met name type I, ben je altijd bezig met je suikergehalte, letterlijk dag en nacht. Alle activiteiten moet je van tevoren inplannen om het suikergehalte op pijl te houden. Diabetes leidt ook tot nier- en oogproblemen, slechtere wondgenezing, veel issues met voeten en benen, en nog veel meer. Ter vergelijking: Robin vertelde dat hij voordat hij de kunstalvleesklier gebruikte ongeveer 480 hypo’s per jaar had, momenteel is dat nul hypo’s per jaar. Hij is weer begonnen met hardlopen en lange natuurwandelingen, activiteiten die voorheen onmogelijk waren.

De discussie na de pauze (onder leiding van James van Lidth de Jeude) was heel levendig, met veel vragen van direct betrokkenen. Veel mensen met ervaring ten aanzien van diabetes waren heel enthousiast over de kunstalvleesklier. Er waren vragen over de sensoren: die zijn geplaatst onder de huid en meten in het buikvocht; er waren vragen over de kosten: de totale kosten bedragen ongeveer €10.000,- per jaar, met een veel lager gebruik van insuline en glucagon vergeleken met de nu gebruikelijke systemen; er waren vragen over de zorgverzekeraars: die hebben inderdaad grote interesse, niet alleen vanwege de lagere directe kosten maar vooral ook vanwege de betere langere-termijn vooruitzichten.
De muziek werd verzorgd door Martin van de Vrugt, die alweer voor de twaalfde traditiegetrouw de januarilezing met zijn muziek verlevendigde.

Tekst: Ynte Schukken, illustratieontwerp Martijn Harleman
(Zie ook de aankondiging van deze lezing.)

« terug naar overzicht terugblikken