Lezing 18 02 Blik van boven
Lezing 18 02 Blik van boven 10jaar

14 februari 2018

Huub Eggen

Blik van boven

Nederland in de ruimte

In februari 2008 hield Science Café Deventer zijn eerste avond. Die was meteen een groot succes en daarmee bleek in één keer dat er in Deventer een publiek was voor laagdrempelige avonden over wetenschap. Het Science Café is dus tien jaar oud en dat werd gevierd. Bij binnenkomst was er voor elke bezoeker een petit foure met logo. Omdat geplande sprekers afhaakten viel mede-organisator Huub Eggen deze keer in als spreker. Hij heeft een lange loopbaan in de journalistiek over ruimtevaart achter de rug en nam ons mee in de geschiedenis van een ander jubileum: 60 jaar wetenschappelijk onderzoek in de ruimte met satellieten. In de vroege ochtend onze tijd van 1 februari 1958 lanceerden de Amerikanen hun allereerste satelliet, de Explorer-1. De toenmalige Sovet-Unie had weliswaar op 4 oktober 1957 het ruimtevaarttijdperk van start laten gaan met haar eerste Spoetnik, maar wetenschappelijk onderzoek begon pas echt begin 1958.

Eggen liet zien welke wetenschappelijke vragen in 1958 met de komst van satellieten binnen het bereik van sterrenkundigen waren gekomen. Onderzoek aan elektrisch geladen deeltjes hoog in onze dampkring, mede verantwoordelijk voor poollicht. Stromen elektrisch geladen deeltjes in de ruimte, afkomstig van de Zon en uit de verre kosmos: de kosmische straling. Onderzoek aan het gedrag van de Zon. Waar dit aansloot op onderzoeksgebieden van Nederlandse sterrenkundigen, gingen onderzoekers in ons land plannen maken, experimenten bedenken, instrumenten bouwen. Het was het begin van een omvangrijke reeks nationale en internationale projecten – van de eerste Nederlandse satelliet ANS in 1973 – tot een van de meest geavanceerde instrumenten ooit om metingen aan gassen in onze dampkring te doen, de in oktober 2017 gelanceerde TROPOMI. Nederland geniet door al dit veelal zeer succesvolle werk een uitstekende naam in het internationale ruimteonderzoek.

Spectaculaire plaatjes leverde het Nederlandse onderzoek zelden op. Dat kwam vooral omdat men in Nederland geen camera’s bouwde, maar spectrometers in allerlei maten en soorten. Daarmee rafelt men straling (van langgolvig infrarood tot kortgolvig röntgen) uiteen tot zogeheten spectra. Dat levert allerlei soorten gegevens op. In de straling zit informatie over temperatuur en samenstelling van de stralingsbron zelf verstopt, informatie over gas- en stofwolken waar die straling doorheen gaat, informatie over de beweging van de bron door de ruimte, over magneetvelden rond de bron en onderweg. Je hoeft maar één ding over ruimteonderzoek te onthouden, aldus Eggen: het gaat om spectraalanalyse. Hij sloot af met een aantal fraaie beelden van de Aarde, gemaakt door astronauten vanuit het Internationale Ruimtestation ISS. Nederland betaalt daar via de Europese ruimtevaartorganisatie ESA aan mee en dat station is dus ook een beetje van ons land.
Na de pauze ging het van vragen om nadere informatie over de prachtige TROPOMI-plaatjes van de Aarde waarmee Eggen zijn verhaal begonnen was tot de zeer filosofische vraag of een theorie van alles – één theorie die het hele heelal verklaart – nu wel of niet haalbaar is met onze wetenschap.

Het duo Lorien zorgde in een bezetting van gitaar en harp voor zeer sfeervolle muziek en bracht als een soort feestelijke ode een speciaal lied over de IJssel. James van Lidth de Jeude werd extra in het zonnetje gezet omdat hij vanaf de eerste aflevering de discussieronde na de pauze modereert. Tenslotte was er ook een boeket bloemen van het Burgerweeshuis voor het jubilerende Science Café. Een feestelijke afsluiting van een mooie avond.

Tekst Huub Eggen, foto’s Martijn Harleman.