Lezing 17 10 Recht robot

11 oktober 2017

dr. Rob van den Hoven van Genderen

Het recht van de robot

Sociale aspecten van de robotisering van de samenleving

Met zijn lezing in het Science Café over robotrecht en de ontwikkeling van robots besprak Rob van den Hoven van Genderen een onderwerp dat voor velen onbekend terrein is. Wie staat er wel eens stil bij de vraag wat de juridische positie van een robot is? Toch is het een onderwerp waar we ons als maatschappij over moeten gaan buigen, want robots worden steeds meer gemeengoed in het dagelijks leven. We noemen ze misschien niet zo, maar zelfrijdende auto’s en smartphones zijn eigenlijk ook een soort robots. Dat zijn machines die, met behulp van hun ingebouwde kunstmatige intelligentie (artificial intelligence, AI) zelfstandig taken kunnen uitvoeren die ons leven gemakkelijker kunnen maken. Of neem de automatische piloot in een vliegtuig, die een zeer groot deel van de vlucht voor zijn rekening neemt en in geval van nood het toestel zelfs ook aan de grond kan zetten.

Van den Hoven noemde ook het tegengeluid van mensen als Elon Musk, Stephen Hawking en Bill Gates, die ons waarschuwen voor de gevaren van AI. Zij beweren dat als AI slimmer wordt dan de mens het de macht over zal nemen. Erger nog, volgens hen bestaat de kans dat AI de mens ziet als een parasiet die vernietigd moet worden. Maar volgens Van den Hoven hoeft het zo’n vaart niet te lopen. Machtsdenken is een menselijke eigenschap, en rationeel bezien win je niets met macht. Het is dus helemaal niet vanzelfsprekend dat robots daarop uit zijn.

Van den Hoven toonde gedurende zijn lezing een aantal filmpjes waarmee hij verschillende aspecten van de ontwikkeling van robots belichtte. Een beetje AI was hierbij wel handig geweest want het afspelen van de filmpjes leverde aanvankelijk wat problemen op. (Die werden overigens op kundige wijze opgelost door Daniël Lugtmeier van het Burgerweeshuis.) In één filmpje zagen we een conversatie tussen een mens en een robot, die plaatsvond in een zelfrijdende auto. In hoeverre het gesprek gescript was werd niet duidelijk maar het gaf wel een inkijkje in de mogelijkheden van de toekomst.

De zelfrijdende auto was aanleiding voor een beschouwing over de juridische positie van robots. Want wie is aansprakelijk bij een ongeluk met een zelfrijdende auto? Nu nog nemen de autobouwers de verantwoordelijkheid op zich, maar dat is volgens Van den Hoven niet vol te houden. Het zal immers steeds moeilijker worden om bij een ongeluk oorzaak en gevolg te achterhalen.

Je hebt verschillende soorten robots, en de juridische positie van een robot zal afhangen van het niveau van intelligentie. Het klinkt gek om een robot een rechtspositie toe te kennen, maar we doen dit ook met bedrijven en andere organisaties. Sterker nog, dieren hebben tegenwoordig ook rechten, en er is zelfs een rivier in Nieuw-Zeeland waar je volgens Van den Hoven niet zomaar in kunt gaan zwemmen zonder van ongewenste intimiteiten te worden beschuldigd.

Je moet recht zien als een hulpmiddel om de maatschappij te ordenen en robotrecht is vooral sturend volgens Van den Hoven, waarbij het belang van de maatschappij voorop staat. Het punt waarop robots echt rechten krijgen ligt volgens hem “nog best een eindje weg.” Zelfs de twijfel of een robot wel vrije wil zou kunnen hebben – wat de noodzaak van robotrechten zou ondermijnen – is volgens Van den Hoven niet zo relevant. Belangrijker is om te kijken of robotrechten noodzakelijk zijn voor het functioneren van de robot.

Samenvattend stelde Van den Hoven we nog niet toe zijn aan de robot die rechten eist, maar dat we wel moeten nadenken over aanpassingen van het recht aan een maatschappij waar robots meer en meer deel van uitmaken.

In de pauze luisterden we naar het tweestemmige geluid van de dames van Lily Lion, waarna James van Lidth de Jeude op zijn geëigende manier de discussie met de zaal leidde. Eén van de eerste vragen was meteen een heel pregnante. Van den Hoven had in zijn verhaal aangegeven dat machtsdenken in robots niet iets is waar we bang voor hoeven te zijn. Later zei hij dat emoties onderdeel zouden kunnen zijn van AI. De vraag was dus of je tegelijk met emoties niet ook machtsdenken introduceert. Van de Hoven twijfelde of machtsdenken een emotie is, voor hem was het meer een drijfveer. (Wat natuurlijk weer de vraag oproept of een robot niet één of andere obscure drijfveer kan hebben die dezelfde gevaarlijke effecten met zich meebrengt als machtsdenken.) Filosofische gezichtspunten te over, maar er was ook iemand met een heel praktische vraag die direct aan de kern van de lezing raakte: wat is er al aan AI-jurisprudentie? Antwoord: nog helemaal niets. En dat onderstreept eigenlijk het nut van lezingen zoals deze. Aan het bewust worden van robots moet bewustwording van mensen (over de juridische consequenties) vooraf gaan.

Tekst Peter van Diest, fotografie Huub Eggen.

« terug naar overzicht terugblikken