Lezing 17 09 Noordpoolgebied

13 september 2017

prof.dr. Louwrens Hacquebord

Wildernis, woongebied en wingewest

geschiedenis van het Noordpoolgebied

Louwrens Hacquebord. Geen alledaagse naam. Maar hij is dan ook geen alledaagse man. Althans, dat is hij niet qua werkzaam leven. Want niet veel mensen kunnen zeggen dat ze bijna veertig jaar lang het Noordpoolgebied als hun werkterrein hebben gehad. Op deze eerste avond van het nieuwe seizoen kwam deze “poolvorser” vertellen over zijn onderzoek naar de relatie tussen mens en milieu in het poolgebied.

Prof.dr.em. Louwrens Hacquebord begon met een klein stukje geschiedenis: in 1596 kwam Willem Barentsz met zijn schip vast te zitten in het ijs, waardoor hij moest overwinteren op Nova Zembla; in het eerste internationale pooljaar 1882/1883 kwam een Nederlandse poolexpeditie, georganiseerd door Christophorus Buys Ballot (de toenmalige directeur van het KNMI), ook vast te zitten in het ijs. De overeenkomst tussen deze twee expedities was dus: ijs. Niet echt een verrassing als je het hebt over poolexpedities. Maar toen Hacquebord in 1992 op Nova Zembla was, in exact dezelfde maanden als beide hierboven genoemde expedities, was er van ijs geen sprake. Een teken aan de wand.

Hacquebord toonde een grafiek van het temperatuurverloop van de laatste honderdduizend jaar in Groenland, zoals op te maken valt uit analyses van ijskernen. Hij wees vooral op de laatste tienduizend jaar, waarin de temperatuur in de grafiek opvallend stabiel is. Maar in de laatste 150 jaar neemt de temperatuur ineens significant toe.

De meesten van ons hebben wel gehoord van de boomgrens. Deze is door de stijgende temperatuur in het Arctisch gebied verder naar het noorden opgeschoven. Maar Hacquebords onderzoek in het poolgebied richt zich op de wisselwerking tussen mens en omgeving, en dan duikt er een nieuw begrip op: de graangrens. Deze rukt ook op naar het noorden. Door de toenemende temperatuur en het bijgevolg afsmelten van het landijs komt steeds meer landbouwareaal vrij. Tegelijkertijd heeft datzelfde afsmelten van het landijs, door de ermee gepaard gaande zeespiegelstijging, grote gevolgen voor laaggelegen kustgebieden in o.a. Azië. (Overigens, het afsmelten van het zee-ijs heeft, in tegenstelling tot wat veel mensen denken, géén gevolgen voor de zeespiegel. Volgens de wet van Archimedes verplaatst een ijsberg zijn gewicht aan water. Het volume van het verplaatste water is dus gelijk aan het volume van het water dat vrijkomt als de ijsberg geheel smelt.) 

Voor vele soorten in het Noordpoolgebied, van phyto- en zoöplankton, alken, zeehonden, ijsberen, tot Groenlandse walvissen, is de positie van de rand van het pakijs van grote invloed. Voedselgebieden bevinden zich vooral op die grens en komen voor sommige soorten steeds verder weg te liggen. Voor de mens geldt dit ook: de inheemse bevolking die op zeehonden en walvissen jaagt moet daarvoor steeds verder weg, met alle gevaren van dien.

Waar de voedselgronden zich bevinden verklaart ook de opkomst van de Nederlandse walvisvaart in de 17e eeuw. Door de toenmalige positie van de rand van het pakijs zaten de baaien van Spitsbergen vol met walvissen, wat ter plekke een levendige industrie deed ontstaan. Een latere activiteit van de Nederlanders op Spitsbergen was een poging tot steenkoolwinning in 1920. De afvoer van de steenkolen en een plotselinge daling van de marktprijs voor steenkolen bleken echter voor problemen te zorgen en de zaak werd overgedaan aan de Russen, die tot op de dag van vandaag met de verouderde mijnen opereren.

Het verdwijnen van het zee-ijs maakt het overigens ook mogelijk de Noordelijke route te bevaren. Dat lijkt mooi, maar Hacquebord gaf aan dat aanvaringen met ijsbergen nog steeds een risico vormen en dat reddingsoperaties in het gebied nog in de kinderschoenen staan. Niettemin gaan er tegenwoordig zelfs toeristen met een nucleaire ijsbreker naar het gebied. Het Noordpoolgebied is van ons allemaal, was Hacquebords conclusie.

Na de pauze, waarin Elisabeth Daniel voor de muziek zorgde, was nog ongeveer de helft van de mensen gebleven voor de vragen onder leiding van James van Lidth de Jeude. Waarom de temperatuur 10.000 jaar constant was gebleven, wilde iemand weten. Hacquebord legde uit dat in een zogenaamd ‘interglaciaal’, de periode tussen twee ijstijden, de temperatuur niet echt constant is maar varieert binnen een bandbreedte. Voor iemand anders drong zich de vergelijking met Antarctica op: hoe is de situatie daar? Hacquebord antwoordde dat het pakijs zich daar niet terugtrekt, maar zich zelfs wat uitbreidt. Over de oorzaak hiervan verschillen wetenschappers nog van mening. Zo blijkt maar weer dat de poolgebieden zelfs experts nog voor raadsels zetten. Maar met zijn bijna veertig jaar lange ervaring in het gebied wist Louwrens Hacquebord voor ons toch zeker meer dan een tipje van de sluier op te lichten.

Tekst Peter van Diest, fotografie Huub Eggen.

« terug naar overzicht terugblikken