in de kroeg
prof.dr. Willem de Vos
Paul van Vliet. Daar deed de spreker in het eerste Science Café van dit jaar een beetje aan denken. In ieder geval qua uiterlijk: een chique colbert, een choker en een uitbundige bos grijze haren. En daar houdt de vergelijking niet op want niet alleen de cabaretier trekt volle zalen, ook Willem de Vos, hoogleraar microbiologie aan de universiteiten van Wageningen en Helsinki, wist de zaal van het Burgerweeshuis gevuld te krijgen. Toegegeven, het is een klein zaaltje vergeleken bij de Koninklijke Schouwburg in Den Haag, maar het was wel min of meer “uitverkocht”.
En daar de houdt de vergelijking wél op: de sprekers in het Science Café treden altijd voor niets op. Het uitdragen van wetenschappelijke kennis is voor veel wetenschappers een prettige nevenactiviteit waarvoor ze met liefde naar bijvoorbeeld ons Science Café komen. Zo ook De Vos, die kwam praten over ons microbioom, voorheen bekend als ‘darmflora’. Het idee dat je eigenlijk meer vreemde cellen op en in je lichaam hebt dan eigen cellen relativeerde hij met de geruststellende opmerking “U bent nooit meer alleen.”
Om het belang van bacteriën te schetsen vertelde hij dat er daarvan meer op onze planeet zijn dan sterren in ons melkwegstelsel, en dat ze verantwoordelijk zijn voor de helft van de fotosynthese die plaatsvindt op aarde. De microben die in onze darmen huizen vertegenwoordigen een zogenoemd metagenoom van meer dan drie miljoen genen. Ter vergelijking: onze eigen genoom komt niet verder dan ongeveer dertigduizend genen, volgens De Vos. Het is dus eigenlijk ook niet verwonderlijk dat ons microbioom een grote invloed heeft op onze gezondheid. De grote diversiteit aan bacteriën in onze darmen zorgt voor homeostase: de stabiliteit en veerkracht van de gezondheidstoestand van ons lichaam.
Maar iedere baby wordt steriel geboren en moet dus een microbioom opbouwen, en daarbij is het vroege leven bepalend voor het succes daarvan. Contact met de moeder, fles- dan wel borstvoeding, antibioticakuren: het zijn enkele van de vele factoren die daarbij een rol kunnen spelen. Een voorbeeld van de invloed van een verstoord evenwicht in het microbioom vind je in huilbabies. Onderzoek aan huilbabies laat een correlatie zien tussen de samenstelling van het microbioom en het overmatig huilen. De Vos sprak herhaalde malen over correlaties, voorzichtig als hij was met conclusies over causale verbanden.
Hoewel we weten dat ons dieet van belang is voor onze gezondheid, vertelde De Vos dat de individualiteit van ons microbioom nog belangrijker is dan effecten van ons dieet. Zo heeft een studie aangetoond dat het consumeren van relatief veel hamburgers (door Afro-Amerikanen) versus het vaak vezelrijke dieet van mensen in Afrika een correlatie vertoont met de samenstelling van de respectievelijke microbiomen.
Een onderwerp dat al een tijdje in de lucht hing, poeptransplantaties, bleek een langere historie te hebben dan je zou verwachten. Verbazingwekkend genoeg wisten de Chinezen in de vierde eeuw al dat een poeptransplantatie een heilzame werking kon hebben. Het woord ‘transplantatie’ is in dit verband overigens een beetje misplaatst, want de Chinese methode bestond uit het serveren van een soepje gemaakt van… nou ja, laat maar. De Vos legde uit dat we het tegenwoordig iets subtieler aanpakken en beloofde na de pauze een filmpje hierover te vertonen. (Was dát misschien wat hij bedoelde met de ‘Promise of Poop’?)
De muziek van Martin van de Vrugt — traditioneel de eerste muzikant van ons kalenderjaar — die we ook voor aanvang van de lezing al hadden mogen beluisteren, bracht ons even op andere gedachten. Maar voordat James van Lidth de Jeude rondging met zijn microfoon moesten we er toch aan geloven. We zagen een video waarin een dappere vrijwilliger uit het onderzoeksteam een dosis fecale oplossing toegediend kreeg via een slangetje door haar neus. “Het is even slikken”, was De Vos’ droge commentaar. Dat het ook rectaal kon geloofden we eigenlijk wel.
Eén van de vragenstellers trakteerde ons op een minicollege over humuszuren in drinkwater en een mogelijke correlatie met de vitaliteit van varkens die deze humuszuren binnenkrijgen. De vraag die hij uiteindelijk — na enig aandringen van James — stelde was of er een correlatie is tussen darmkanker en de hoeveelheid humuszuren in het drinkwater. De Vos kon die vraag niet rechtstreeks beantwoorden maar stelde wel dat er een effect kon zijn op ons microbioom en daarmee indirect dus ook op de gezondheid van ons darmstelsel.
I
emand wiens naam al genoemd was tijdens de lezing en die nogmaals ter sprake kwam bij de vragen was een zekere Akkermans. Een lach van herkenning verraadde de aanwezigheid van een bepaalde generatie, maar de Akkermans waar het over ging was de microbioloog Antoon Akkermans, naar wie de bacterie Akkermansia is genoemd. (De politieke outsider prof. dr. ir. Akkermans — voor de zekerheid lid van zowel het CDA als de PvdA — bleek er dus niets mee te maken te hebben.)
Een goedbezochte lezing met relatief veel vakjargon, in een hoog tempo maar toch begrijpelijk gebracht, met een levendige discussie achteraf, en associaties met cabaret, satire en poep… Een beter eerste Science Café van 2017 kon je je niet wensen.
Tekst Peter van Diest, fotografie Huub Eggen.