in de kroeg
dr.ir. Gerbrant van Vledder
Voor sommige mensen zijn golven op zee de aanleiding voor een, laten we zeggen, “kleurrijke” ervaring, waarbij ze de inhoud van hun maag aan diezelfde golven toevertrouwen. Maar wist je dat je uit golven ook heel nuttige informatie kunt halen over je positie op zee? Om die informatie ook echt uit de golven te kunnen “lezen” helpt het als je van de Marshalleilanden komt, want daar leeft een bevolkingsgroep die deze techniek tot een ware cultuur heeft verheven. Als deelnemer aan een expeditie in 2015 naar de archipel in de westelijke Stille Oceaan kon dr. ir. Gerbrant van Vledder, verbonden aan de TU Delft, ons uit eerste hand verslag doen van dit, naar zijn zeggen, “interdisciplinaire avontuur” om dit fenomeen te onderzoeken.
Met zijn expertise op het gebied van golfmodellering nam hij, samen met prof. John Huth van Harvard University, de oceanografische kant van de expeditie voor zijn rekening, terwijl zijn collega-expeditielid Joe Genz, antropoloog aan de universiteit van Hawaii, het vanuit een cultuurhistorisch oogpunt beschouwde. Want los van het rekenen aan golfmodellen om de traditionele kunst van ‘wave piloting’ in een natuurwetenschappelijk kader te plaatsen, had het team ook te maken met een taalbarrière, om nog maar niet te spreken van de conceptuele barrière die het begrijpen van allerlei door de eilandbewoners gebezigde termen voor golfverschijnselen bemoeilijkte. Overigens kwam de vraag naar dit onderzoek van de Marshallezen zelf, omdat er nog maar enkele golfnavigatoren zijn en de traditie verloren dreigt te gaan.
Gerbrant liet aan de hand van prachtige computeranimaties zien dat de basis voor de navigatietechniek een betrekkelijk constante achtergronddeining is die bijna overal in de Stille Oceaan merkbaar is. Door zich op deze deining te richten kunnen de zeevaarders al een redelijk vaste koers aanhouden. Maar de beïnvloeding van deze deining door de aanwezigheid van eilanden geeft de navigators nog preciezere informatie over hun positie tussen de eilanden, zelfs als die eilanden zich nog achter de horizon bevinden. Dat ze deze kunst tot grote hoogte hebben weten te brengen werd duidelijk toen Gerbrant vertelde dat ze zelfs lokale ondieptes kunnen voelen, bijvoorbeeld bij een onderzeese berg. En dat ‘voelen’ moet je vrij letterlijk nemen: geblinddoekt gelegen op de bodem van een ‘outrigger canoe’, het traditionele vaartuig in deze streken, moeten de leerling-navigators conclusies verbinden aan hoe ze de kano voelen bewegen op de golven. Waar de westerse wetenschap ingewikkelde modellen gebruikt om golfpatronen te analyseren en interpreteren, doen de ‘wave pilots’ van de Marshalleilanden dit dus met het blote hoofd. Dat ze in de opleiding ook gebruik maken van een zogenoemde ‘mattang’, een abstract model van de golfpatronen rond een eiland (vaak gemaakt van de hoofdnerven van palmbladeren) doet niets af aan het bewonderenswaardige talent van deze mensen om zo één te worden met de grillige bewegingen van de zee.
Behalve animaties van computermodellen liet Gerbrant ons ook foto’s en video’s zien die hij maakte tijdens de expeditie. Zo zagen we een video, gefilmd vanuit een dobberende kano, met daarin een Marshallese navigator aan het werk. Waar wij in de golven rond de boot alleen maar chaos zagen, kon hij er precies uit opmaken in welke richting hij moest varen om het volgende eiland te bereiken.
Na de pauze, waarin Meryl & a Bit of Yellow voor muzikaal vertier zorgde, brandde de zaal los met vragen, onder leiding van James van Lidth de Jeude. Vragen over zaken als de foutmarge van deze methode van navigeren, het effect van lange stromingen, hoe oud de traditie is, en nog vele andere, gaven aan dat we naar een lezing over een bijzonder boeiend onderwerp hadden geluisterd. De vragen gingen overigens niet allemaal over de hoofdzaken van het verhaal, want ook het met de hand openmaken van een kokosnoot was terloops ter sprake gekomen en iemand wilde daar wel het fijne van weten.
En zo kunnen we dus terugkijken op wéér een heel geslaagd Science Café, met dank aan Gerbrant van Vledder, en ook aan de bewoners van de Marshalleilanden, voor wie “je positie op zee” iets anders is dan een voorovergebogen houding over de rand van de boot.
Tekst Peter van Diest, fotografie Huub Eggen.