Lezing 16 04 vormen zonder inhoud

13 april 2016

dr. Bernhard Ridderbos

Vormen zonder inhoud?

De functie van laat-middeleeuwse kunst

Bernhard Ridderbos begon zijn lezing met de constatering dat Laat-middeleeuwse kunst, ondanks dat het eeuwen geleden is gemaakt, nog steeds deel uitmaakt van onze wereld. De Lebuïnus-kerk is er een dagelijks voorbeeld van, maar ook de schilderijen uit de late middeleeuwen, die je minder dagelijks op je pad vindt, blijken nog steeds veel mensen aan te spreken, getuige de grote belangstelling voor de tentoonstelling over Jheronimus Bosch in het Noordbrabants Museum van afgelopen voorjaar. De recente toeschrijving van een schilderij aan deze Bossche schilder haalde het nieuws en heeft wellicht de belangstelling voor de tentoonstelling nog een extra impuls gegeven, maar voor Ridderbos is het eigelijk minder belangrijk wie een schilderij heeft gemaakt. Ook wie het zijn die erop worden voorgesteld vindt hij van ondergeschikt belang. Het gaat hem er vooral om wat een schilderij uitdrukt en dat is waar hij het in zijn lezing over wilde hebben.

Hij deed dat aan de hand van een beroemd kunstwerk, getiteld Het Lam Gods, van Hubert en Jan van Eyck. Een belangrijke beschrijving van dit schilderij is gegeven door Johan Huizinga in zijn beroemde “Herfsttij der Middeleeuwen”. Daarin poneert Huizinga een in Ridderbos’ ogen heel belangrijke en originele these: volgens Huizinga werd in de laat-middeleeuwse kunst de inhoud verdrongen door de vorm, en was er sprake van veel uiterlijk vertoon. Huizinga zag hierin het verval dat het einde van een tijdperk inluidde (vanwaar de term ‘herfsttij’). Deze beschrijving van Huizinga vormde de kapstok voor Ridderbos’ eigen betoog.

Om het schilderij in context te plaatsen vertelde hij over de opdrachtgever Joos Vijd, diens voorgeschiedenis en de teloorgang van de familietak. De stelling die Ridderbos tegenover die van Huizinga zet is dat Het Lam Gods als een vorm van compensatie heeft gediend voor de tekortkomingen van de opdrachtgever. Na de historische context te hebben geschetst waarmee Ridderbos deze stelling enigszins aannemelijk maakte, ging hij meer in op de vorm en functie van het schilderij. Het is een zeer gedetailleerde voorstelling met veel symboliek, en afbeeldingen van onder andere de opdrachtgever, allerlei heiligen, Adam en Eva, God zelf, en nog vele anderen. Ridderbos vatte het geheel samen als een “onstoffelijke wereld uitgebeeld door een uitbarsting van onstoffelijkheid”, en zijn gevolgtrekking over de vorm en de inhoud van het schilderij was dat de opdrachtgevers met het werk wilden laten zien dat zij, ondanks de ongelukkige lotgevallen van de familie, wel degelijk deel uitmaakten van verschillende belangrijke gemeenschappen in de hogere kringen van de maatschappij.

Na de muziek van Daan Bolwerk in de pauze leidde James van Lidth de Jeude het gesprek met de zaal. Dat het verhaal was aangeslagen bleek wel uit de vragen over , onder andere, de vorm van de lijst, over wat de opdrachtgevers wisten van de iconografie, en over een eventuele veralgemenisering van de stelling over compensatie. Over de iconografische kennis van de Vijds gaf Ridderbos aan dat het schilderij zodanig liturgisch was opgebouwd dat er heel veel symboliek van uit ging die de compensatiegedachte ondersteunde, en dat dit bij wel meer kunstwerken het geval is.

Met een niet-alledaagse wetenschappelijke lezing wist Bernhard Ridderbos het Science Café te boeien, waarmee maar weer aangetoond is dat wetenschap, in de vorm van een Science Café, altijd weer een inhoudelijke zeer interessante avond oplevert.

Tekst Peter van Diest, fotografie Huub Eggen.

bron afbeelding: closertovaneyck.kikirpa.be

« terug naar overzicht terugblikken