in de kroeg
prof. Rob Henning
In een tijd waarin sommige dieren normaal gesproken in winterslaap zijn zat het Science Café vol met wakkere mensen die van prof. dr. Rob Henning alles wilden weten over dat merkwaardige fenomeen. Daarover hadden ze het weekend ervoor al kunnen lezen in de Volkskrant, waarin een groot artikel stond over winterslaap en het onderzoek eraan van Hennings lab, maar daarover wilde hij het niet gaan hebben. Ook wilde hij het niet hebben over ruimtereizen naar Mars, hoewel hij niet uitsloot dat het bij de vragen aan de orde zou komen. Nee, hij begon zijn lezing met een gedicht van Jan Wolkers, die daarin winterslaap vergelijkt met de dood. Geen rare vergelijking volgens Henning, want een dier in winterslaap lijkt dood voor een ongeoefende waarnemer. Toch is winterslaap een strategie om juist te overleven.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken zijn winterslapers niet de hele winter in een diepe slaap, maar in een toestand waarin de dieren een diepe afkoeling (torpor) regelmatig afwisselen met opwarming tot het normale niveau (arousal). Volgens Henning zijn er drie redenen om in winterslaap te gaan, waarvan de belangrijkste het tekort aan voedsel is. De andere twee redenen zijn bescherming tegen de barre omstandigheden en tegen bejaging in een omgeving met weinig schuilmogelijkheden. Henning vertelde dat winterslaap niet alleen een manier is om te overleven, maar dat het ook het leven van de winterslaper verlengt. En dat heeft weer gevolgen voor het aantal nakomelingen, waardoor winterslapen ook een evolutionair voordeel biedt. Het is volgens Henning een heel goed bewaard gebleven truc in het dierenrijk, want het komt voor in alle zoogdiergeslachten, tot primaten aan toe.
Een interessant aspect aan het mechanisme van winterslaap is dat veel dieren, voor ze gaan winterslapen, eerst dikker moeten worden. Dat doen ze door zichzelf diabeet te maken, maar dan zonder de schadelijke gevolgen daarvan. Daar wordt volgens Henning weinig onderzoek aan gedaan, terwijl dat dus wel eens een heel nuttige medische informatie zou kunnen opleveren. Wat winterslaap ook doet is het geheugen verstoren, vooral het ruimtelijk geheugen. Er blijkt schade te ontstaan die vergelijkbaar is met wat er gebeurt bij patiënten met Alzheimer. Het bijzondere van winterslapers is dat ze die schade blijken te kunnen repareren. Dat biedt dus nog een aanknopingspunt voor veelbelovend medisch onderzoek. Het is niet precies bekend hoe het reparatiemechanisme van de verschillende soorten celschade werkt, maar het lijkt erop dat de stof H2S (waterstofsulfide, bekend van de stinkbom en de geur van rotte eieren) daarin een belangrijke rol speelt. En dat is dus een derde ingang voor meer onderzoek.
De vragen na de pauze, onder leiding van James van Lidth de Jeude, gaven aan dat er flink was nagedacht tijdens de muziek van Martin van de Vrugt, want de onderwerpen varieerden van beerdiertjes die onder zeer extreme omstandigheden kunnen overleven, en obesitas, via winterslaap bij zeedieren en bij de mens, tot daglichttherapie. Ruimtereizen naar Mars kwamen uiteindelijk toch ook aan de orde, en Henning gaf aan dat stoffen als H2S misschien ook een oplossing kunnen bieden tegen DNA-schade als gevolg van straling tijdens langdurige ruimtereizen. Dus dat biedt hoop voor avonturiers die een carrière op Mars wel zien zitten. Voor de thuisblijvers zal winterslapen altijd iets zijn wat andere dieren doen, maar waar je wel veel over te weten kunt komen, dankzij interessante sprekers als Rob Henning.
Tekst Peter van Diest, fotografie Huub Eggen.