in de kroeg
dr. Mark Dingemanse
Wat is de meest essentiële voorwaarde voor een geslaagde lezing in het Science Café? Een ruim aantal bezoekers? Een werkende geluidsinstallatie? Een levendige discussie na de lezing? Aan al die voorwaarden was voldaan bij de eerste lezing dit jaar van het Science Café, maar de voorwaarde waar we hier op doelen is er een waar we meestal niet bij stilstaan, nl. het feit dat we de taal van de spreker verstaan. Hier in Nederland nemen we voetstoots aan dat we elkaar kunnen verstaan, maar in de lezing “Stemmen van Afrika” van Mark Dingemanse werd duidelijk dat dit in bijvoorbeeld Afrika lang niet altijd het geval is.
Mark leidde zijn verhaal in met een kaartje van Afrika waarin andere landen van de wereld waren geprojecteerd. We zagen dat China, de VS, India, verschillende landen uit Europa, en nog veel meer kleine landen uit de rest van de wereld, als puzzelstukjes met gemak binnen de contouren van Afrika passen.
Zo werd duidelijk hoe groot Afrika eigenlijk is. Er is enorm veel ruimte in Afrika, en dat heeft gevolgen voor de culturele en taalkundige diversiteit. Zo vind je bijna één derde van de ongeveer zesduizend talen van de wereld in Afrika.
Daarom worden er in Afrikaanse landen gemiddeld zo’n veertig tot vijftig verschillende talen gesproken, met uitschieters naar meer dan tweehonderdvijftig (Kameroen).
Een andere slide maakte duidelijk dat er een verband is tussen biodiversiteit en talenrijkdom. In gebieden met grote biodiversiteit (de tropen) zijn er ook veel verschillende talen te onderscheiden. Mark verklaarde dit aan de hand van evolutionaire principes die voor de ontwikkeling van zowel biologische soorten als van menselijke talen opgaan. In tropische omstandigheden zijn er veel mogelijkheden voor soorten om naast elkaar te bestaan, en dat geldt ook voor talen.
Waarom is talenrijkdom belangrijk? Mark gaf drie redenen. De eerste is dat taal gelijk staat aan kennis van de wereld, kennis van bijvoorbeeld biodiversiteit. Een voorbeeld van een taal met veel kennis over de omgeving is het Siwu, dat gesproken wordt in Ghana. Die kennis zit vooral in de hoofden van de sprekers. Als zo’n taal verdwijnt, dan gaat daarmee ook de erin opgesloten kennis verloren.
Een tweede reden voor het belang van talenrijkdom is dat het licht werpt op hoe ons taalvermogen eigenlijk werkt. Als we niets zouden weten van bijvoorbeeld de diverse kliktalen van Afrika, dan zouden we denken dat onze eigen set klinkers en medeklinkers alle mogelijkheden beschrijven van de klanken die je kunt maken. We zouden geen idee van hebben van de tweeënvijftig klinkers van het Hadza uit Tanzania. Mark gaf niet onverdienstelijk een voorbeeld van de uitspraak van “ng!ojé”, het Hadza woord voor bijenwas. (Het uitroepteken staat voor een klik.)
Voor de derde reden haalde Mark de geschiedenis van de mens aan. Het !Kung, een kliktaal uit Namibië, blijkt weinig overeenkomst meer te vertonen met bijvoorbeeld het Hadza, ook een kliktaal. Het vermoeden is dat de sprekers van het !Kung nazaten zijn van de stammen van de menselijke soort die achterbleven in Afrika, terwijl andere groepen uitwaaierden over de rest van de wereld. De diversiteit van de kliktalen vertelt ons dus ook iets over de geschiedenis van de mens.
Samengevat kun je zeggen dat de talenrijkdom van Afrika niet alleen maar een schatkamer vol met kennis is, maar het helpt ons ook om ons taalvermogen beter te begrijpen, én het geeft ons ook nog zicht op onze geschiedenis. Volgens Mark is talenrijkdom is een heel belangrijke vorm van aanpassingsvermogen, en een verrijking van onze cultuur.
Na de pauze bleek weer eens dat het Science Café-publiek haar interesse in het onderwerp weet om te zetten in een serie boeiende vragen. Zo wilde iemand weten hoe de verwantschappen van de Afrikaanse talen zich verhouden tot die van de ons meer bekende Europese talen. Het blijkt dat de grote diversiteit in Afrika veel kleinere taalgebieden oplevert: binnen enkele tientallen kilometers kunnen talen net zoveel verschillen als bijvoorbeeld het Nederlands en het Baskisch.
Ook vroeg iemand of Marks verhaal ook in bijvoorbeeld Lusaka interessant zou zijn. Mark antwoordde dat het feit hij, een westerling, interesse toonde in Siwu, sommige sprekers ervan een hernieuwd cultureel bewustzijn gaf, maar dat anderen dat al in grote mate hadden, en pas met hem spraken toen hij zelf beter Siwu sprak.
In lijn met het besef dat het behoud van biodiversiteit de noodzaak tot bescherming van soorten met zich mee brengt, wilde iemand weten of het ook nodig is talen te beschermen. De moeilijkheid die zich daarbij voordoet, zei Mark, is dat sprekers van uitstervende talen mensen zijn met een eigen wil, en je ze niet kunt opdringen dat ze “in hun reservaat moeten blijven”.
Het eerste Science Café van 2015 was weer een geslaagd en leerzaam evenement, waarin een wetenschapper er zeer goed in slaagde om de taal van de wetenschap om te zetten naar de taal van de toehoorders. En dat is precies waar het Science Café voor bedoeld is.
James van Lidth de Jeude leidde als vanouds de discussie; de muziek werd verzorgd door Martin van de Vrugt, die intussen elk jaar dat het Science Café bestaat één keer is komen optreden.
Tekst Peter van Diest, fotografie Huub Eggen.