14 september 2022: Jeroen Kluck
Hittestress in de stad: Koelte voor steden die daar niet op gebouwd zijn


Hittestress in de stad: Koelte voor steden die daar niet op gebouwd zijn

Van de top tien warmste zomers sinds 1901 toen men in De Bilt met systematische temperatuurmetingen begon, is de helft gemeten sinds 2003. Het is in de zomer duidelijk warmer aan het worden in ons land. Al die temperatuurmetingen worden gedaan op weerstations buiten steden. In de steden zelf warmen asfalt, bestrating en gebouwen overdag sterker op dan de bodem buiten de stad. Steden zijn overdag dan ook warmer. ’s Nachts wordt die opgenomen warmte weer uitgestraald, waardoor het in steden vaak veel warmer blijft dan erbuiten. Het is al heel lang bekend dat steden een soort hitte-eilanden zijn. Een van ons deed als student al in 1971 metingen aan dit effect (en trouwens ook aan fijnstof) in de stad Utrecht. Toch komt die zomerse stadshitte – hittestress genoemd – pas de laatste jaren in de belangstelling. Anders dan bijvoorbeeld veel Zuid-Europese steden zijn die van ons en onze huizen er helemaal niet op ingericht om met hitte om te gaan en verkoeling te brengen.

Eén van de pioniers en aanjagers van onderzoek naar hittestress in steden is Deventenaar Jeroen Kluck. Hij is als lector “Water in en om de stad” verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam en hij is Expert Water bij Tauw in Deventer. Zijn leeropdracht ‘Water in de stad’ is nauw verbonden met klimaatverandering. Water – en met name de verdamping daarvan via openbaar groen of waterpartijen – kan hittestress tijdens warme perioden verminderen. Klimaatverandering zal daarnaast ook gaan zorgen voor meer wateroverlast door regen: warme lucht bevat meer waterdamp, dus regenbuien worden zwaarder dan vroeger. Tegelijk wordt in een opwarmende wereld ons weer extremer, met bijvoorbeeld grote droogte, zoals we deze zomer zien. Nederland is ingericht om water zo snel mogelijk af te voeren. Over het omgekeerde, hoe houden we water vast, moet nu ook worden nagedacht.

Kluck komt vertellen over de manieren waarop wetenschappers de hitte in steden meten en in kaart brengen. Natuurlijk vertelt hij ook welke maatregelen gemeenten, woningbouwverenigingen en bewoners zelf, zoals de bezoekers van het Science Café, kunnen nemen om hittestress te voorkomen.

De zaal is zoals altijd open vanaf 19.30 uur en er is live muziek, verzorgd door Liroy Nevshan. De lezing is van 20 tot 21 uur. Na een pauze is er tot precies 22 uur discussie met de zaal onder leiding van Christa Hooijer, een van onze drie nieuwe moderatoren.

Tekst Jeroen Wiegertjes en Huub Eggen, ontwerp poster Martijn Harleman. De illustratie is afkomstig van een hittestresskaart van Deventer, gemaakt bij Tauw.