9 februari 2022: Wil Schackmann
Armoedebestrijding in de 19e eeuw. De Koloniën van Weldadigheid en hun archief

Toen Willem I in 1813 koning van de Verenigde Nederlanden werd, trof hij een sterk verarmd Nederland aan. Een van de zichtbare kanten daarvan was het enorme aantal werklozen, vooral in de steden. Veel mensen hadden alleen af en toe werk en vaak geen vaste woonplaats. Ze werden aangeduid als landlopers. Talloze anderen hadden helemaal geen werk en velen overleefden op de bedeling door kerk en liefdadigheid. Ze waren bedelaars. Landloperij en bedelarij werden min of meer als menselijke gebreken gezien. Een ander aspect van het Nederland in die tijd was de grote hoeveelheid zogeheten woeste gronden. Dat waren voornamelijk de arme zandgronden, vaak heidevelden en hoge venen, in het zuiden en oosten van het land. Onder Willem I ontstond een economische kijk op het land. Die woeste gronden zouden ontgonnen kunnen worden voor landbouw en daarmee voedselvoorziening. Tegelijk begonnen veelal sociaal bewogen particulieren plannen te bedenken om iets aan de armoede te doen. Een initiatiefrijke overheid zoals wij die nu kennen was er toen nog niet. Een van de ideeën was om werklozen de woeste gebieden te laten ontginnen voor landbouw en hen zo een geregeld bestaan te bieden. In zijn boek “Het landschap, de mensen – Nederland 1850-1940” vat oud-hoogleraar architectuur- en stedenbouwgeschiedenis Auke van der Woud dit prachtig samen als “Weldadigheid. Verbeter de mensen, verbeter de grond.”
Een van de organisaties die hierin een rol speelden was de Maatschappij van Weldadigheid, in 1818 opgericht door Johannes van den Bosch. Hij had het ambitieuze plan om de armoede in ons land te bestrijden door de stichting van landbouwkoloniën. De Maatschappij van Weldadigheid bestaat nog altijd. Op zijn website staat beschreven hoe het allemaal begon. “Als eerste wordt de proefkolonie Frederiksoord in Drenthe opgericht. Eind 1818 staan er 52 boerderijtjes klaar om de arme stedelingen te ontvangen. Hier kunnen ze op werk en onderdak rekenen. De kinderen gaan er verplicht naar school en er is een eigen ziekenfonds. Er komen kerken, winkels, scholen en zelfs rustoorden. Met deze sociale voorzieningen loopt de Maatschappij van Weldadigheid 80 jaar vooruit op de rest van Nederland. Hij wordt daarmee beschouwd als de bakermat van onze verzorgingsstaat.”
Uiteindelijk sticht de Maatschappij nog vier koloniën in Nederland: Willemsoord, Wilhelminaoord, de Ommerschans en Veenhuizen. Ze zijn vorig jaar tot Unesco-werelderfgoed uitgeroepen. De Maatschappij heeft zijn werkzaamheden altijd nauwkeurig gedocumenteerd. Er is volgens historisch onderzoeker en auteur Wil Schackmann geen archief in Nederland waarmee je zo dicht bij de mensen van 200 jaar geleden kunt komen als dat van de Maatschappij. Hij schreef er inmiddels vier boeken over. In het science café komt hij vertellen over wat dat archief voor fraais te bieden heeft, over zijn zoektochten en over het combineren van bronnen. Hij vraagt zich daarbij af wat de geschiedwetenschap met anekdotes doet.
Zaal open vanaf 19.30 uur. Eliën (Elénie Wagner en band) zal tot 20.00 uur en na de lezing, om 21.00 uur, live muziek verzorgen. Vanaf 21.15 uur tot precies 22.00 uur leidt James van Lidth de Jeude de vragen- en discussieronde met de zaal. Informatie over een live-stream op ons YouTube-kanaal volgt nog.
In verband met de geldende coronamaatregelen zijn maximaal 50 bezoekers welkom. Toegang met QR-code. Er zijn alleen zitplaatsen, en een mondneusmasker is verplicht.
Tekst: Huub Eggen, illustratieontwerp Martijn Harleman.