11 December 2019: Aiko Hensums
Stof tot nadenken: PFAS, wat moeten we met deze chemische erfenis?


Stof tot nadenken: PFAS, wat moeten we met deze chemische erfenis?

Het was een mooi Deventers verhaal over een groot maatschappelijk probleem. Aiko Hensums van TTE (“The Three Engineers”) uit Deventer was in 2012 een van de oprichters van het Expertisecentrum PFAS. Dat centrum kwam in de tweede heft van het jaar ineens in de belangstelling te staan door de PFAS-crisis. Er is een samenwerking tussen TTE, Witteveen+Bos en Arcadis en het expertisecentrum is nu adviseur van onder andere de Tweede Kamer en allerlei overheids- en niet-overheidsorganen.

Wat is PFAS? De afkorting staat voor Poly- en perFluor Alkyl Stoffen en is een verzamelnaam voor wel 6000 verschillende stoffen. De molecuulstructuur bestaat altijd uit een ruggengraat van koolstofatomen met daaraan fluoratomen en een kop bestaand uit een alkylgroep. Vandaar de naam. Deze stoffen hebben als eigenschap dat ze vrijwel niet afbreken, dat ze hittebestendig zijn tot zeker 1100 graden Celsius en dat ze water- en olieafstotend zijn. Ze worden toegepast in blusschuim, coatings, teflon (in pannen), kleurstoffen, verpakkingen, regenkleding, shampoo en nog veel meer.

 

 

PFAS worden al sinds de vijftiger jaren gebruikt. Langzamerhand is het besef gegroeid dat deze stoffen schadelijk kunnen zijn, onder andere voor onze botten, schildklier en lever. Momenteel worden de stoffen ook als waarschijnlijk kankerverwekkend gezien. Een probleem daarbij is de ophoping van PFAS. De stoffen breken niet of nauwelijks af (het is een ‘chemical for ever’) en elke keer als er iets in een organisme of in het milieu komt, telt dat op bij wat er al aanwezig is. Sommige diersoorten, met name vogels, zijn zeer gevoelig voor PFAS en kunnen doodgaan bij zeer lage concentraties. Hensums liet een filmpje zien waaruit bleek dat vogels ongeveer driehonderd keer gevoeliger zijn voor PFAS dan mensen.

Door de ophoping van PFAS kunnen we deze stoffen letterlijk overal vinden ⎯ in grond, in water, in de lucht, in voeding en in levende wezens. Vanwege zorgen over het gebruik van PFAS, bijvoorbeeld bij Dupont in Dordrecht, werd in 2017 gestart met het maken van een zogenoemd “handelingskader PFAS”. Dit handelingskader gaf echter geen concrete normen voor aanvaardbare concentraties. Die normen kwamen uiteindelijk opeens op 8 juli 2019, waarbij voor het verplaatsen van bouwgrond een norm van 3 µg/kg (microgram per kilogram, een microgram is 1 miljoenste gram) droge stof werd vastgesteld. Voor het verplaatsen van natuur- en landbouwgrond was geen basiswaarde bekend en daarom werd de laagst meetbare waarde als norm gesteld: 0,1 µg/kg droge stof. En toen was er direct een probleem. Het blijkt dat in vrijwel alle grond in Nederland de concentratie PFAS-stoffen rond de 0,3 µg/kg of hoger ligt. Het was “ons” regionale dagblad De Stentor die dit als eerste ontdekte en publiceerde, met als gevolg ophef op radio, televisie en in de landelijke dagbladen. In feite kwam de hele bouw stil te liggen omdat bij bouwprojecten verwijderde grond altijd elders opnieuw gebruikt wordt. De PFAS-crisis was geboren.

In december 2019 verhoogde de overheid de norm voor landbouw- en natuurgrond naar 0,8 µg/kg droge stof. Daarmee was het grondverzet- en bouwprobleem opgelost. Uiteraard blijft er een probleem bij locaties met hoge concentraties zoals de PFAS-fabrieken, oefenterreinen van de brandweer en plekken waar veel blusschuim is gebruikt (bijvoorbeeld Schiphol). Omdat er momenteel geen saneringstechnieken zijn en PFAS niet of vrijwel niet afbreekt, blijft het een groot probleem hoe we op lange termijn moeten omgaan met deze stoffen. Alle feiten staan nog eens goed op een rij in een filmpje op de site: www.expertisecentrum.nl 

Na de pauze volgde een levendige discussie onder leiding van James van Lidth de Jeude, waaraan TTE-consultant Arne Alphenaar een belangrijke bijdrage leverde. Op een vraag over de giftigheid van PFAS gaf Hensums aan dat dit niet precies bekend is. Voor mensen ligt de schadelijke grens waarschijnlijk rond de 1100 µg/kg, terwijl bijvoorbeeld vogels al schade ondervinden bij blootstelling aan rond de 3 µg/kg. Bepaalde specifieke PFAS-stoffen als PFOS (perfluoroctaansulfonzuur) en PFOA (perfluoroctaanzuur) zijn niet meer toegestaan, maar de andere (bijna 6000) PFAS-stoffen zijn nog gewoon in gebruik. Daarbij is het juridisch ook moeilijk om simpelweg “de industrie” als schuldige aan te wijzen, omdat die in de afgelopen decennia keurig toestemming vroeg en kreeg om PFAS te mogen produceren en toepassen, waarna de stoffen ook automatisch in het milieu terechtkomen. Er was en is dus nog heel veel onbekend. Het Expertisecentrum PFAS, met haar spil in Deventer, heeft nog veel werk te doen.

De rondreizende Canadese gitarist Ken Stead zorgde voor de muziek.

Tekst Ynte Schukken, fotografie Huub Eggen.