13 december 2017: Sebastian Schep
CSI onder water: met nieuwe ‘eDNA’-technieken waterkwaliteit ontrafelen


CSI onder water: met nieuwe ‘eDNA’-technieken waterkwaliteit ontrafelen

Elk levend wezen laat biologische sporen achter in de vorm van materiaal waarin zijn DNA zit. Dit is de basis onder DNA-technieken om de identiteit van levende organismen te bepalen. Onderzoekers van Witteveen+Bos ontwikkelen, onder leiding van Sebastiaan Schep en in samenwerking met partners uit de wereld van onderzoek en beheer van oppervlaktewater in Nederland, een tool om snel alle DNA-sporen in een watermonster te herkennen, te analyseren en te vertalen naar een wezen dat het betreffende spoor in het water heeft achtergelaten. Dit geheel van ‘environmental DNA’ (vandaar de afkorting eDNA) geeft meteen een beeld van het voedselweb in het watermonster. Dat is op zijn beurt een snelle manier om aan te geven welke organismen in het water voorkomen en in welke verhoudingen. Dit vertelt de ecoloog of het water ‘gezond’ is of niet, en bovendien veel sneller dan met bestaande technieken.

De techniek is nog volop in ontwikkeling. Schep liet enkele fraaie resultaten zien, waarvan sommige een primeur voor de buitenwereld waren. Het is het soort werk dat zich achter de schermen afspeelt, maar als over enkele jaren het waterschap meldt dat de kwaliteit van het oppervlaktewater in Overijssel veel beter bewaakt kan worden dan vroeger, dan zit dit werk erachter.

Elaine Dorlen verzorgde vooraf en na de pauze de muziek. James van Lidth de Jeude leidde als vanouds de discussie met de zaal.

Tekst en foto’s Huub Eggen.

(Zie ook de aankondiging van deze lezing.)