13 april 2016: Bernhard Ridderbos
Vormen zonder inhoud? De functie van laat-middeleeuwse kunst


Vormen zonder inhoud? De functie van laat-middeleeuwse kunst

De schilderijen van vijftiende-eeuwse Nederlandse meesters als Jan van Eyck, Rogier van der Weyden, Hugo van der Goes en Hans Memling raken de huidige kunstliefhebber nog altijd door hun virtuoze en suggestieve karakter. Maar vanuit welke intenties en gevoelens werden deze werken in opdracht gegeven en geschilderd? Op welke manier geeft de artistieke uitvoering uitdrukking aan de betekenis die in de tijd waarin de panelen ontstonden aan hun onderwerpen werd gehecht?

Met dergelijke vragen heeft dr. Bernhard Ridderbos zich tijdens zijn onderzoek zo’n dertig jaar beziggehouden en de antwoorden die hij dacht te vinden hebben geleid tot een aantal publicaties waarvan de belangrijkste vorig jaar is verschenen onder de titel Schilderkunst in de Bourgondische Nederlanden. Hierin gaat hij aan de hand van een aantal hoofdwerken uitvoerig in op de relatie tussen vorm en inhoud in de Nederlandse schilderkunst van de vijftiende eeuw.

Zijn vertrekpunt is daarbij de opvatting die Johan Huizinga in zijn beroemde Herfsttij der Middeleeuwen naar voren heeft gebracht: de Bourgondische cultuur, in al haar facetten, luidde het einde van de middeleeuwen in en had de kenmerken van een periode van verval, gericht als zij was op uiterlijke vormen die de achterliggende inhoud dreigden te overwoekeren. Volgens deze gedachte zouden de rijke detailleringen van Jan van Eyck en andere kunstenaars een doel op zichzelf zijn geworden en verder weinig betekenis hebben. Ridderbos’ boek kan worden beschouwd als een – nogal verlaat – kunsthistorisch antwoord op Huizinga’s these. In zijn lezing voor het Science Café zal Ridderbos een en ander uit de doeken doen, met als concreet voorbeeld zijn interpretatie van Het Lam Gods van Hubert en Jan van Eyck.

Vooraf en in de pauze zal de minstreel singer/songwriter Daan Bolwerk zorgen voor muziek, en na de pauze is er gelegenheid tot vragen en discussie, zoals altijd onder leiding van James van Lidth de Jeude.

Tekst Peter van Diest, illustratieontwerp Martijn Harleman