14 november 2012: Ap Dijksterhuis & Angelo Vermeulen
Het onbewuste regeert


Het onbewuste regeert

Met een grote opkomst was het uitstapje van het Science Café naar een andere locatie, de Bergkerk, beslist een succes te noemen, niet in de laatste plaats door het intrigerende kunstwerk dat een groot deel van het vloeroppervlak in beslag nam. Normaal denk je bij “het schip van de kerk” niet aan een ruimteschip, maar dat was wel wat deze keer de aandacht van de bezoekers afleidde van de gebruikelijke structuur van een kerkgebouw. In de “Seeker [DV1]”, een co-creatie van bioloog-kunstenaar en gastspreker dr. Angelo Vermeulen, ingenieurs van Witteveen+Bos en diverse Deventer kunstenaars, werd de argeloze bezoeker geconfronteerd met zero-g ruimtesla, krioelende larven en bovenal het concept van een samensmelting van biologie, techniek en kunst. Een animatie in de cockpit bracht de kijker vanuit hoger sferen weer terug naar de realiteit van de Bergkerk, waar de lezing van een andere gastspreker, prof. dr. Ap Dijksterhuis van de Radboud Universiteit, op het punt stond te beginnen.

Van het thema van de avond, “het slimme onbewuste en creativiteit”, nam Dijksterhuis voornamelijk het eerste deel voor zijn rekening. Een paar simpele experimentjes met het publiek toonden aan dat ons onbewuste in staat is heel snel een oordeel te vellen over iemand die we maar één seconde hebben gezien, en dat priming een belangrijke rol speelt bij de richting die ons onbewuste denken soms inslaat.

Van enige hilariteit was weliswaar sprake, maar niet om ervan met je handen op je knieën te slaan… En toch was dat precies wat Dijksterhuis van zijn publiek gedaan kreeg, tot verwarring van velen. Dat krijg je ervan als je bewust probeert je onbewuste neigingen te negeren.

De crux van het verhaal was dan ook, zoals Dijksterhuis in zijn onderzoek heeft geprobeerd aan te tonen, dat waar je bij simpele keuzes het best bewust kunt nadenken, je bij complexe beslissingen, zoals het kopen van een auto of een huis, beter kunt vertrouwen op je onbewuste denkprocessen. En die conclusie zullen velen op z’n minst opmerkelijk vinden.

Het stokje werd vervolgens overgenomen door Vermeulen die met zijn aangename Vlaamse tongval begon te vertellen hoe hij van een promotie-onderzoek in de biologie (over misvormingen van de tanden van de larven van de niet-stekende muggenfamilie der Chironomidae, kan het specialistischer?) uiteindelijk in de kunst verzeild raakte. Dat hij daarbij zijn wetenschappelijke roots niet verloochende blijkt uit de onderwerpen waar hij zich sindsdien mee bezig heeft gehouden. In zijn zogenoemde “bio-installaties” vermengt hij levende natuur met gerecyclede computertechniek, in een sociale interactie met vrijwilligers van zeer uiteenlopende signatuur, van huisvrouwen en creatieven tot computerexperts en gamers. Als aansprekend voorbeeld liet Vermeulen een filmfragment zien over de “symbiose” van computerchips met algenculturen, waarin de uitwisseling van warmte het verbindend element is.

En het volgende project staat voor Vermeulen alweer op stapel, zo vertelde hij: in samenwerking met NASA gaat hij leiding geven aan de crew van het HI-SEAS project, waarin vier maanden lang een verblijf op Mars wordt gesimuleerd, in een gesloten systeem op een vulkaanhelling van Hawaii.

Na beide lezingen waren er onder het publiek de nodige vragen die James van Lidth de Jeude op kundige wijze wist te combineren met zijn eigen observaties en overpeinzingen. De meeste vragen waren gericht aan één van beide sprekers, maar op sommige vragen hadden ze beiden wel iets te zeggen.

James, nooit om een grapje verlegen, deed tot slot de gewelven van de kerk schudden met een uitsmijter over zijn hartelijke onthaal van, hoe ironisch gezien de setting, een getuige van Jehova. Nadat ze zijn gaan zitten voor een kopje thee vraagt James de man: “En nu?”, waarop deze antwoordt: “Geen idee, zo ver ben ik nog nooit gekomen…”

Voorafgaand aan de lezing en in de pauze werd de muziek verzorgd door Inge van Calkar.

Tekst Peter van Diest, fotografie Huub Eggen.