16 december 2015: Hans Achterhuis
Vreedzaam vechten: conflicten oplossen zonder bloed


Vreedzaam vechten: conflicten oplossen zonder bloed

Dat er in een Science Café ook wel eens wat meer filosofische onderwerpen aan bod kunnen komen werd duidelijk toen filosoof prof. dr. em. Hans Achterhuis een lezing kwam geven waarin hij inging op de vraag hoe het mogelijk is dat het in een wereld vol conflicten steeds beter lukt om ze op vreedzame wijze te beslechten. Achterhuis, in 2011 uitgeroepen tot de eerste Denker des Vaderlands, heeft samen met andragoloog Nico Koning het boek “De kunst van het vreedzaam vechten” het licht doen zien, en de thema’s in dat boek vormden de achtergrond van zijn lezing.

Na de context te hebben geschetst, aan de hand van drie andere teksten (“Het Seculiere Experiment” van Hans Boutellier, “Erfenis zonder Testament” van Maarten van Buuren en Achterhuis zelf, en de Mulock Houwer-lezing van Micha de Winter) kwam Achterhuis toe aan de kern van zijn verhaal, de tegenstelling tussen traditie en moderniteit, en de rol daarvan in het denken over hoe we in de moderniteit geslaagd zijn in het ons vreedzaam losmaken van de traditie.

Naast de breuk met algemene menselijke patronen die de traditie kenmerken, en het veranderend beeld van de natuur (van sacraal in het traditionele denken naar een “dode uitgestrektheid” in de moderniteit) spitste Achterhuis zijn verhaal toe op het mensbeeld. Was dat in aloude tijden nog gestoeld op een klassenmaatschappij, met privileges voor de adel als gevolg van een “natuurlijke hiërarchie”, dan veranderde dat beeld radicaal met Thomas Hobbes’ idee dat alle mensen gelijkwaardig zijn. Die gelijkheid, die wij nu als vanzelfsprekend ervaren, werd in vele culturen als een gevaar beschouwd, om de simpele reden dat gelijkwaardigheid allerlei strijdige aanspraken oplevert, wat uiteindelijk uitmondt in Hobbes’ “oorlog van allen tegen allen”.

Achterhuis doorspekte zijn verhaal met begrippen als spiegelneuronen, empathisch gedrag, en mimetische begeerte. Dat laatste duidt op de situatie waar aanvankelijke empathie kan omslaan in rivaliteit en begeerte naar elkaars bezit. Broeders zijn traditioneel vaak het onderwerp van een gelijkheidsstrijd, waarbij de broers strijden om de macht, eer, of bezit. De manier om het gevaar van de gelijkheid te beteugelen was traditioneel het instellen van een hiërarchie, en het Bijbelse gebod “Gij zult niet begeren”.

Een ander begrip dat een belangrijke rol speelde in Achterhuis’ verhaal was het door Jan Romein geïntroduceerde ‘algemeen menselijk patroon’. Als kenmerk van de traditie zijn algemeen menselijke patronen de manieren waarop mensen altijd op elkaar en op hun omgeving hebben gereageerd. Op weg naar de moderniteit heeft de westerse cultuur gebroken met deze patronen. Een voorbeeld hiervan is de omslag van een lage waardering van arbeid naar het begrip ‘arbeidsethos’. Het antwoord van de moderniteit op het probleem van de mimetische begeerte is het instellen van een aantal instituties, zoals ‘de markt’, die het mogelijk maken zaken te begeren zonder elkaar te lijf te gaan, en ‘vreedzaam te vechten’.

Achterhuis’ filosofische en enigszins abstracte verhaal lokte vele vragen uit, soms filosofisch, en dan weer meer praktisch van aard. Na de pauze met muziek van De Reisgenoot wisselden vragen over zeer diverse onderwerpen elkaar af: het begrip mimetische begeerte, de rol van genen bij empathie en agressie, zorgrobots, de toepasbaarheid van de besproken ideeën op grotere instituten zoals staten, de mensenrechtensituatie in sommige landen. Het Science Cafépubliek weet ook wel weg met meer filosofische discussies, zo blijkt maar weer.

Tekst Peter van Diest, fotografie Huub Eggen.

(Zie ook de aankondiging van deze lezing.)