11 november 2009: René Boomkens
De toekomst van de stad en de stedelijke cultuur


De toekomst van de stad en de stedelijke cultuur

Prof. dr. René Boomkens begon zijn betoog met te zeggen: dit gaat over grote steden. Maar deels bedoelde hij hiermee het aantal inwoners. Veel meer gaat het over steden die mee doen als financiële centra of industriële agglomeraten. Dat soort functies bepalen hoe een stad eruit ziet of georganiseerd is.

Binnen de inrichting van de stad heeft lang het denken in functies geheerst. Wonen – werken – mobiliteit – recreatie. Voor de jaren ‘80 was het de tendens deze functies te scheiden. Dit is een van de redenen voor individualisering binnen de stad. Overigens ziet de een dit als verlies en de ander als bevrijding. Een erfenis van dit denkgoed zijn de vinexwijken.
Tegenwoordig verandert alles weer. Postmodern hebben we eerder een belevenissencultuur. Ook ontstaan er transnationale gemeenschappen. ‘Gast’arbeiders gaan niet meer weg. De grenzen vervagen verder door nieuwe media. Vroeger was het achterland van Amsterdam nog gewoon Abcoude. Met de nieuwe media is voor het financiële centrum Amsterdam Londen nu veel belangrijker.

Binnen deze verschuivingen gelooft Boomkens sterk in continuïteit. Die is te vinden in bijvoorbeeld de Vogelaarwijken, door hun structuur en geschiedenis. Deze wijken hebben volgens Boomkens de toekomst. Denk maar eens aan de Amsterdamse wijken de Pijp en inmiddels ook de Baarsjes en een Utrechtse wijk als Lombok.

Met een immer enthousiast publiek werd er gediscussieerd onder leiding van Jaap Huibers over deze en andere aspecten van de stad. Nederland, België en het Roergebied blijken eigenlijk één grote stad; Deventer lijkt dan wel een soort laatste Gallisch dorp.
Qua bezieling deed het muzikale optreden van Velvet Monk niet voor Boomkens onder.